Dag 3 van onze reis was zaterdag 14 juli, de nationale
feestdag in Frankrijk, een dag waarop de
meeste musea gesloten zijn. Het was daarom de bedoeling om die dag een aantal
kleinere plaatsjes langs de Seine te bezoeken op verschillende wandelpaden
langs welke er borden geplaatst zijn met daarop een afbeelding van het
schilderij dat de respectievelijke impressionisten daar ter plaatse gemaakt
hebben en met informatie over de schilder. Maar gezien het hele traject nogal
uitgebreid was, wilden we de route van wandelpad tot wandelpad afleggen met de
auto. Helaas… overal botsten we op wegversperringen die de wandelroute langs de
Seine voor alle verkeer afsluiten op zon- en feestdagen. Na toch enkele keren tevergeefs
te hebben geprobeerd, hebben we het opgegeven. De enige plaats die we met de
auto konden bereiken, was “L'Île des Impressionists” in Châtou waar zich la maison Fournaise
bevindt en waar Renoir zijn fameuze “Le déjeuner des Canotiers” schilderde. Mooie
locatie maar helaas omwille van de nationale feestdag waren ook hier het museum
en het restaurant gesloten.
We zijn dan maar doorgereisd naar Vétheuil, één van de
woonplaatsen van Claude Monet (mijn favoriet onder de impressionisten!), waar we de Eglise de Notre-Dame hebben
bezocht, de kerk die hij meer dan 60 x heeft geschilderd, en we brachten ook
een bezoekje aan het graf van zijn eerste echtgenote, Camille Doncieux.
Dan zijn we verder gereisd naar Vernon om daar te
overnachten in het statige Hotel de Normandy om de volgende dag al vroeg uit de
veren te kunnen om als eerste te gaan aanschuiven voor wat voor mij persoonlijk
het hoogtepunt van deze reis was (en nog is) : “La maison et les jardins de
Claude Monet” in Giverny.
Vermits we er zo vroeg op de ochtend reeds waren, moesten we
dus niet lang aanschuiven (we waren niet de eerste!) en konden we het domein
bezoeken vóór de grote massa (vooral Engelsen en Japanners) toestroomde. In het atelier met de grote glasramen om het
licht te doen binnenstromen, heeft men
nu een gigantisch grote museumwinkel ondergebracht (Monet zou dit absoluut niet
leuk hebben gevonden!) en om de tuinen en het huis te bezoeken of terug te
verlaten, moet je langs deze winkel passeren.
Dan het huis : ik kan de emoties die mij overspoelden toen
ik zijn zitkamer binnenkwam moeilijk beschrijven. De kamer was net zo ingericht
als ze oorspronkelijk was : met copies van zijn schilderijen opgehangen rondom
de hele kamer en met de oorspronkelijke meubels en chaise-longue. De hele kamer ademde Monet uit. Op één of
andere manier voelde ik me hier echt thuiskomen. Dan de rest van het huis : één
groot kleurenpalet, alsof hij zijn tubes verf erover had uitgestrooid. De
eetkamer in het geel, de keuken in het blauw en wit, de slaapkamers in diverse kleuren met de groene raamkozijnen.
En dan overal die mooie Japanse prenten : gewoonweg prachtig!
Helaas mochten we in het huis geen foto’s nemen, dus voeg ik
hier maar enkele foto’s toe die ik op internet heb gevonden. De foto’s van de
buitenkant en van de tuin zijn van mezelf.
En dan ging het verder in zijn tuin : een streling voor het oog, prachtige kleuren, een schilderij op
zich. En dat was ook waarvoor hij leefde en wat hij met zijn tuin probeerde weer te geven : licht en kleur.
Om zijn beroemde vijvertuin met waterlelies te bezoeken moet je even door
een voetgangerstunnel de weg over. Ook daar weer hetzelfde gevoel van thuiskomen. Twee bootjes lagen er verlaten
bij op de vijver, een eendenechtpaar ondernam met de pasgeboren kleintjes de
eerste zwempogingen, de waterlelies bloeiden zoals weleer… Er was maar één element te veel in deze
wondermooie watertuin : toeristen! Maar
toch heb ik er met volle teugen van genoten en de mooie beelden staan op mijn
netvlies gebrand om ze te blijven herinneren.
Ondertussen was het al middag geworden, tijd voor een
lekkere lunch in “L’ancien Hôtel Baudy”, het hotel en café waar destijds de kunstenaars
logeerden die Giverny bezochten, en waar zich aldus een hele kunstenaarskolonie
nestelde. Het hotel dat nu alleen nog restaurant is, ademt nog steeds dezelfde
19de eeuwse sfeer uit en je krijgt er tegen brasserieprijzen een
lekkere maaltijd voorgeschoteld.
Verder hebben we het graf van Claude Monet nog bezocht, een
familiegraf waarin ook zijn tweede echtgenote Alice Hoschedé, zijn zonen en zijn
stiefdochter Blanche begraven liggen.
In de late namiddag bezochten we nog het Musée A.G. Poulain
te Vernon, waar enkele schilderijen van Monet maar ook van Blanche, zijn
(lievelings-)stiefdochter en
-schoondochter (want ze was gehuwd met zijn zoon, haar stiefbroer). Ook hier had ik naar uitgekeken want de
schilderijen van Blanche zijn eerst en vooral minder bekend en ze zijn
verspreid over verschillende musea. Ook hier hingen er maar enkele. Maar het
verhaal van Blanche is voor een andere keer…
En zo was de dag weer goed gevuld en snel voorbij en reisden
we door naar onze volgende
slaapplaats : Honfleur.
Tot zover deel 2. De rest volgt later.
Ik hoop dat jij lieve lezer op deze manier een beetje kan meegenieten van onze belevenissen. Ik heb er in ieder geval met volle teugen van genoten. Als je het leuk vindt, laat een reactie achter, dan weet ik dat je hier was.
Lieve groetjes,
Els